Startkabels: hoe moest dat ook alweer?

Startkabels

Momenteel werken veel mensen thuis. Ook in de weekenden zijn we meer aan huis gekluisterd. Hierdoor staat de auto nu wat vaker en langer stil. Om die reden komt het regelmatig voor dat de auto niet meer start. De accu is leeg. Wat kun je doen? Een tweede auto en startkabels bieden uitkomst, maar hoe ga je hier veilig mee om? U leest het hier. 

Pechhulp

Uw auto start niet meer. Of u wilt iemand helpen die met een lege accu te maken heeft. Startkabels helpen u weer op weg. Alleen, hoe gebruikt u deze veilig? Zeker als u weet dat verkeerd gebruik kan leiden tot kortsluiting. Ten eerste: twijfelt u, schakel dan de hulp van een pechhulpdienst in. Vooral aan nieuwe auto’s kan schade ontstaan als u niet juist te werk gaat. Wilt u het zelf doen, volg dan onderstaande stappen. Ook in het instructieboekje van uw auto staan de juiste stappen vermeld. 

De twaalf stappen voor het juiste gebruik van startkabels

  • Het is handig als de tweede (hulp) auto van ongeveer dezelfde grootte is als de pechauto. U weet dan zeker dat de accu’s vergelijkbaar zijn.
  • Startkabels met een dikke koperen kern, hebben de voorkeur. Voor benzineauto’s zijn startkabels vanaf 16 millimeter geschikt. Heeft u een diesel? Gebruik dan startkabels vanaf 25 millimeter. 
  • Open de motorkap van beide auto’s. Hoe dat moet, leest u in het instructieboekje van uw auto. 
  • Schakel alle elektronica van de pechauto uit.
  • Let op de plus- en minpolen van beide accu’s. Begin met de rode plus (+) kabel. Sluit deze met de klem aan op de pluspool van de hulpauto. Sluit deze daarna aan op de accu van pechauto. Ook hier klemt u de kabel aan de pluszijde.
  • Pak dan de zwarte aardekabel (-). Sluit deze, met de klem aan op de minpool van de hulpauto. Sluit deze daarna aan op een metalen deel (zoals een bout of oog) van het motorblok van de pechauto. 

    Let op: zorg dat de klemmen goed vastgezet worden en voorkom kortsluiting door te zorgen dat de rode en zwarte kabels elkaar niet raken. Zorg ook dat de auto’s elkaar niet raken. 
     
  • Laat de motor van de hulpauto draaien. Doe dit minimaal vijf minuten. Zet de auto in zijn vrij en laat het toerental oplopen.
  • Start na vijf minuten de motor van de auto met pech. Laat de motor ongeveer vijf tot tien minuten zo draaien. Op die manier laadt de accu op.
  • Voorkom piekspanning en laat de motor van de hulpauto draaien. Zet ook de verlichting van deze auto aan. 
  • Voordat u de startkabels verwijdert, zet u de blower en de verwarming van beide auto’s aan. Dit zorgt ervoor dat de elektronica niet wordt beschadigd. 
  • Let op: het loshalen van de kabels gebeurt in omgekeerde volgorde als waar u mee begon. Dus haal eerste de zwarte kabel uit de pechauto en daarna de hulpauto. Doe hetzelfde bij de rode kabel.
  • Gelukt? Rijd dan een flinke ronde van minimaal 20 minuten. Zo laadt de accu voldoende op om de auto weer als een zonnetje te laten rijden.
  • In sommige gevallen, bij auto’s die alleen korte stukjes rijden of lange tijd niet worden gebruikt, is het voor de laadtoestand én het behoud van de accu nodig om hem met een externe lader op te laden.

Verzekeringsgevolgen

Gaat het toch mis en krijgt u kortsluiting en daardoor schade? Heeft u een allrisk verzekering of een beperkt casco verzekering, dan is deze schade gedekt. U valt hierbij wel terug in het aantal schadevrije jaren. Dit kan betekenen dat de premie van uw verzekering omhoog gaat. 

Pechhulp in het buitenland

Bent u in het buitenland en start uw auto niet door een lege accu? Met een allrisk verzekering bent u ook verzekerd voor pechhulp in het buitenland. Bel dan met ZLM via het telefoonnummer: +31 - 113 - 238 888